Over de middenklasse doen twee grote verhalen de ronde. Het eerste stelt scherp op de inkomensongelijkheid. Dan blijkt het voor het gros van de middenklasse eerder mee te vallen: ze boert niet echt achteruit, ze leidt een gerieflijk leven. De alternatieve diagnose zie je in de achteruitkijkspiegel. De middenklasse blijft al een hele tijd ter plaatse trappelen en moet voor dezelfde genoegens harder labeuren dan voorheen. Zonder twee inkomens geniet je geen minimaal comfort en wordt de aankoop van een eigen woonst al snel een oefening in zelfkastijding. Het vroegere vooruitgangsoptimisme verdampt.
De Nederlandse publiciste Roxane van Iperen gaat in Eigen welzijn eerst voluit voor het tweede verhaal. De belaagde middenklasse kiest voor zelfbehoud en tegen solidariteit met wie minder kansrijk is, welvaartschauvinisme is haar niet vreemd. Daarnaast bewaakt ze angstvallig de toekomstige positie van het eigen kroost. Dat zal geen aanzienlijk vermogen erven, maar moet het hebben van een voldoende groot cultureel kapitaal. Dat resulteert in een bekend plaatje: drukbezette ouders die helpen huiswerken, de dochter naar de ballet- of pianoles brengen, en de puberende zoon-met-problemen naar de psycholoog sturen. Eigen welzijn eerst, dat is bij sociale dalingsangst ook eigen kind eerst.
Van Iperen schrijft pittig en doet regelmatig pour le besoin de la cause een overtrokken uitspraak. Ze neemt wel voornamelijk de temperatuur van het hogere segment van de middenklasse, zeg maar van haar directe omgeving. 'Een van de redenen dat mensen uit de huidige (gegoede) middenklasse weinig aandrang voelen zich in te zetten voor meer dan kortermijnzelfbehoud, is dat bijna niemand in die groep vindt dat hij of zij nou zo bevoorrecht is', schrijft ze over 'de privilegeparadox'. Dat mag inderdaad kloppen voor het langgeschoolde professionele deel van de middenklasse; het gaat echter helemaal niet op voor de onderkant van deze sociale laag. Die wordt bevolkt door zorgwerkers, onderwijzers, kleinhandelaars … Hun welstand is precair, hun toekomstperspectief oogt grijs tot zwart: ze zijn allesbehalve geprivilegieerd. Deze groep blijft in Eigen welzijn eerst buiten beeld, wat een gehalveerd portret van de middenklasse oplevert.
Dalingsangst maakt de betere middenklasse egoïstischer en dus minder liberaal, zo luidt Van Iperens basismelodie. Dat is op het eerste gezicht een tegenstrijdige visie: donkerblauwe liberalen vallen niet over een individualistische levensinstelling. Van Iperen veronderstelt daarentegen dat onderlinge solidariteit en het streven naar gelijke kansen via publieke voorzieningen de kern uitmaken van een liberale gezindte. Sociaalliberalen bestaan, maar de waarden die de geschoolde middenklasse bezig is te verkwanselen, bezitten feitelijk een sociaaldemocratische signatuur. Of is Van Iperen soms een ontgoochelde aanhangster van D66? Dat is naar eigen zeggen inderdaad een sociaalliberale partij: googel 'D66', en je krijgt meteen de boodschap 'Laat iedereen vrij, maar niemand vallen'.
Wellness-rechts
Van Iperen fileert een deel van de hogere middenklasse trefzeker in het hoofdstuk over 'Wellness-rechts', met veelzeggende tussentitels als 'Van testosteronclub naar bobo-jurk' en 'Draagzakfeminisme'. De belangstelling voor yoga en een natuurlijke levensstijl, spiritualiteit en zelfontwikkeling leefde al langer onder geschoolde vrouwen die zich graag kritisch en alternatief noemen. Zonder daar veel erg in te hebben, hangen ze een conservatieve gendervisie aan: de moeder staat biologisch het dichtst bij haar kind en is van nature zacht en zorgzaam. Corona creëerde binnen die groep een explosieve cocktail: vaccineren is tegennatuurlijk, net als het beperken van de bewegingsvrijheid van kinderen. Deze gedachten dreven spirituele progressieven in de richting van QAnon-gekleurde complottheorieën.
Toxische mannelijkheid plus wit ressentiment 'van onderop': dat is het standaardbeeld van QAnon. Van Iperen corrigeert het terecht en promoveert in een ruk door wellness-rechts tot een essentieel symptoom van de zich naar binnen kerende middenklasse. Een essayist mag vermetel veralgemenen, maar hier wordt wel erg ver gesprongen. Wellness-rechts is dominant vrouwelijk en langgeschoold: dat is een zodanig beperkt deel van de middenklasse dat je het moeilijk als pars pro toto kan inzetten.
Eigen welzijn eerst verbindt het politieke rumoer van de voorbije jaren met een bredere culturele omslag. Filosoof en essayist Thijs Lijster typeerde die eerder als 'de grote vlucht inwaarts'. Zijn gelijknamig boek gaat sociologisch dieper en breder. Van Iperen slaat op de juiste nagel en kan zich heerlijk boos maken over haar klassenzusters, maar haar sociaal blikveld blijft te smal om echt te vatten 'hoe de middenklasse haar liberale waarden verloor'.
Thomas Rap, 144 blz., 18,99 €.
Verberg tekst